OOST BRABANT - Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft een 32-jarige man ontslagen van alle rechtsvervolging voor doodslag en poging tot doodslag op twee mannen op een woonwagenkamp. De rechtbank Oost-Brabant veroordeelde hem eerder tot 14 jaar cel.

De verdachte werkte lange tijd als 'kok' in drugslabs en produceerde harddrugs voor het later overleden slachtoffer. Hij wilde het criminele circuit verlaten, maar het slachtoffer drong er telkens op aan dat hij drugs voor hem bleef produceren. In die periode werd de verdachte bedreigd en volgens hem was het slachtoffer daarvoor verantwoordelijk. In 2023 werd de verdachte opnieuw door het slachtoffer onder druk gezet om in een drugslab te gaan werken. Ze spraken af om hierover op 25 juni 2023 met z'n tweeën te praten op het woonwagenkamp waar de verdachte woonde. Kort nadat het latere slachtoffer arriveerde op het woonwagenkamp, schoot de verdachte hem dood. Ook de bijrijder in de auto werd daarbij geraakt.


Zelfbescherming

Omdat de verdachte al enige tijd bedreigd werd, de bedreigingen steeds heviger werden en ook zijn familie daar last van ondervond, had hij uit zelfbescherming een vuurwapen gekocht. Van zijn oom had de verdachte gehoord dat hij moest meewerken met het slachtoffer omdat hij anders 'de kofferbak in zou gaan'. Om die reden had hij het wapen paraat voor zijn afspraak. Toen het slachtoffer aan kwam rijden, bleek hij niet alleen te zijn. Hij maakte een beweging met zijn rechterarm naar zijn linkeroksel, waarvan de verdachte dacht dat hij daar altijd een vuurwapen droeg. Hierdoor dacht de verdachte 'het is hij of ik' en vuurde zijn wapen af. Hij schoot het slachtoffer hierbij dood en raakte de bijrijder in zijn been.

Oordeel hof: putatief noodweerexces

De verdachte wilde zichzelf verdedigen omdat hij dacht dat hij zou worden gedood. De rechtbank Oost-Brabant ging hier niet in mee en veroordeelde de man tot 14 jaar gevangenisstraf. Het hof komt echter tot het oordeel dat er sprake was van putatief noodweerexces en ontslaat de man daarom van alle rechtsvervolging.

Bij putatief noodweerexces denkt een verdachte ten onrechte dat hij zich moet en mag verdedigen tegen een dreigend gevaar. Als gevolg van hevige emoties overschrijdt hij daarbij de grenzen van de noodzakelijke verdediging. De verdachte heeft zijn vuurwapen geheel leeggeschoten en heeft daarmee de grenzen van de verdediging (waarvan hij dacht dat deze nodig was) overschreden. Volgens het hof is deze overschrijding het onmiddellijke gevolg van de hevige emoties bij de verdachte, die werden veroorzaakt door het (zich ingebeelde) onmiddellijk dreigende gevaar: de armbeweging van het slachtoffer naar zijn wapen.

Gelet op de bijzondere omstandigheden, kan hem dat niet worden aangerekend, omdat hij wel kon en mocht denken dat er sprake was van dreigend gevaar, aldus het hof.

Het hof verklaart de verdachte daarom niet strafbaar en ontslaat hem van alle rechtsvervolging. Ook hoeft hij geen schadevergoeding te betalen aan de nabestaanden. Naar aanleiding van deze uitspraak wordt de verdachte zo spoedig mogelijk op vrije voeten gesteld.

Het hof is zich bewust van de impact die deze beslissing heeft op de nabestaanden van het slachtoffer, de gewond geraakte bijrijder en hun dierbaren, maar ook op de verdachte en zijn familie en vrienden, juist omdat het hof tot een zo andere weging van de feiten komt.