HELMOND - De rechtbank Oost-Brabant heeft twee jongens uit Utrecht (14 en 15 jaar) veroordeeld tot jeugddetentie, werkstraffen en een leerstraf. Ook moeten zij zich verplicht laten begeleiden, behandelen en onder toezicht stellen. De jongens pleegden in oktober jl. een gewapende woningoverval in Helmond.


De verdachten gingen met bivakmutsen en wapens naar de woning toe om een gouden ketting buit te maken. Ze belden aan, werkten met geweld de bewoner tegen de grond en deelden tijdens een worsteling die volgde, trappen en klappen uit. Vervolgens bedreigden ze het slachtoffer met een hamer en een groot mes om de ketting in bezit te krijgen. Ook namen ze nog een dolk, parfum en een portemonnee met pinpas van het slachtoffer mee. Met de hamer sloegen ze een huistelefoon en tablet kapot. Na de overval probeerden de verdachten nog met de pinpas geld van de bankrekening van het slachtoffer te halen.

Omdat het gaat om minderjarige verdachten is het jeugdstrafrecht van toepassing. Daarbij gelden andere, lagere richtlijnen voor de straftoemeting. Verder hecht de rechtbank veel belang aan wat een straf betekent voor de persoonlijke ontwikkeling van een jeugdige en wordt veel meer dan bij volwassenen rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank kwalificeert de overval, mede gelet op de hoge leeftijd van het slachtoffer (71 jaar, zoals de jongens vooraf wisten), als een laffe en gewetenloze daad. Er kan daarom niet anders dan jeugddetentie worden opgelegd.

Begeleiding en behandeling

In dit geval volstaat de rechtbank met een onvoorwaardelijk strafdeel dat de jongens in voorarrest uitzaten. De 15-jarige jongen krijgt 180 dagen jeugddetentie, waarvan 143 voorwaardelijk, met daarnaast 35 uur leerstraf en 60 uur werkstraf. De 14-jarige jongen krijgt 180 dagen jeugddetentie, waarvan 175 dagen voorwaardelijk, en 100 uur werkstraf.

Aan het voorwaardelijke deel koppelt de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden om de kans op herhaling te beperken. Zo krijgen de jongens een meldplicht bij de jeugdreclassering, mogen ze geen contact met elkaar en het slachtoffer hebben en moeten ze weer naar school en zich aan het lesrooster houden. De oudste jongen krijgt bovendien elektronisch toezicht (een enkelband) en moet zich laten behandelen bij een forensische polikliniek. De andere jongen moet meewerken aan delictanalyse en de daaruit voortvloeiende begeleiding.